Doorgaan naar hoofdcontent

Chemo #1 07 februari 2020

De dag van de eerste chemo. 
We brengen B. samen naar het kinderdagverblijf en ik moet wat tranen laten als ik door de gang naar buiten loop. Hij heeft geen idee wat zijn moeder nu gaat doen en zwaait ons vrolijk uit. Daarna gaan R. en ik lekker ergens ontbijten en besluiten daar een ritueel van te maken. Even genieten van een rustig ontbijt met een krantje en cappuccino. 
Om 11u00 moet ik me melden bij het oncologisch dagcentrum en ik zie vooral heel erg op tegen het feit dat het een grote ruimte is voor alle patiënten samen. Ik voel me geen patiënt en ik heb al helemaal geen kanker. 
Ik schrik ook nog altijd als mensen het woord uitspreken in mijn aanwezigheid. Vanbinnen voel ik dan een kleine bliksemschicht.

We staan in de lift samen met twee andere mannen en de vrijwilliger van het ziekenhuis wijst ons erop dat we naar de afdeling B3 gaan, de kanker afdeling. Juist, deze meneer heeft het begrepen, wij horen niet op deze afdeling maar helaas is de werkelijkheid anders.

Ik heb mezelf mooi opgemaakt en leuke kleren aangetrokken. 
If you look good, you feel good.
We moeten even op de gang wachten en dan worden we naar binnen geroepen, het is aardig druk hier. Ik kijk niet rond maar concentreer me op de verpleger die me naar mijn stoel wijst. Ik zit en ik krijg uitleg over de chemo en de bijwerkingen. Er wordt gevraagd of ik al een haarstuk heb geregeld want ik mag ervan uitgaan dat mijn haar binnen nu en twee weken uitvalt. Dat heb ik nou al een aantal keer gehoord maar toch moet ik weer even slikken en wordt het even zwaar. Nou let's go, prik het infuus en starten met die handel. Als het allemaal in werking is gezet kan ik een beetje rondkijken en zie dat ik (gelukkig) veruit de jongste ben. Ik krijg wat bemoedigende knikjes van iedereen en iemand zit me ongegeneerd aan te staren. Ja mevrouw, ook ik ben ziek.

We lezen wat, we grappen wat en ik probeer wat te slapen. 4 uur zijn toch best lang. Ik krijg 4 verschillende chemo's en tussendoor moet het infuus gespoeld worden. Het is een komen en gaan van mensen want iedereen heeft natuurlijk een andere behandeling met een andere tijdsduur. Er zijn meerdere mensen die vandaag voor de eerste keer komen en die zijn erg emotioneel. Ik kan me ontzettend inleven in hun emotie maar ik voel me ook juist even heel sterk dat R. en ik dit klusje toch maar even mooi klaren weer met z'n tweeën. 

Het weekend daarna voel ik me vooral wat moe en ik heb een vieze smaak in m'n mond. Maar vanaf de maandag gaat het bergafwaarts en word ik ontzettend misselijk en duizelig. Ik slaap gelukkig veel maar de dagen voelen zwart. Ik ben emotioneel want de zorg voor B. moet ik uit handen geven en dat raakt me nog het meest. Welk kind van 1 wil een moeder die alleen maar op de bank ligt. Ik ben jaloers op de mensen die wel met hem kunnen spelen, hem kunnen verzorgen. Als hij 's avonds weer thuis is komt B. me een aantal keer een dikke kus brengen als ik op de bank lig en wurmt zijn mollige armpjes om me heen. Alsof hij wil zeggen maak je geen zorgen, ik hou van jou.
Omdat dit de eerste keer is weet ik niet hoelang het allemaal gaat duren en wanneer ik me beter ga voelen. Af en toe huil ik zelf als een kind van 1 bij mijn eigen moeder of bij R. Ik heb me de afgelopen tijd ondanks de diagnose niet ziek gevoeld en het lijkt alsof ik nu pas besef dat dit dus 'vechten voor mijn leven is' en dat komt hard binnen.

Door de vieze smaak kan ik nauwelijks drinken en dat is juist belangrijk want de chemo moet uit mijn lichaam.
Eten gaat gelukkig goed, ik word van veel eten misselijk maar ik voel enorme drang naar Pringles. Goh, wat een verrassing dat ik zin heb in chips. Die week gaan er dan ook 8 bussen doorheen. Het zout is goed voor mijn enorm lage bloeddruk hou ik mezelf maar voor :)
Vanaf de donderdag worden de dagen weer grijs en in het weekend ben ik alleen nog moe en heb wat last van lichamelijke klachten. Mijn vingertoppen zijn gevoelloos en mijn huid doet pijn en voelt raar. Het kost me even wat moeite om me aan de vermoeidheid over te geven want ik ben zo blij dat ik weer dingen kan doen. Ik wil de ziekte niet mijn leven laten beheersen maar dan moet ik me natuurlijk wel goed blijven voelen en even leek het alsof dit nooit meer voorbij zou gaan. 
Zaterdag ga ik dan ook lekker uiteten met R., we kletsen gezellig en we doen even alsof er niks aan de hand is. Zondag komen er wat vrienden borrelen en geniet ik van de middag. 
Zo fijn om ze thuis te hebben en even te kletsen over van alles en nog wat maar ook even te huilen als dat nodig is. 



Reacties

Een reactie posten