Doorgaan naar hoofdcontent

Kaal of kammen 08 mei 2020

In het allereerste gesprek met de hematoloog was ze meteen duidelijk, je gaat binnen twee weken je haar verliezen. Ook de verpleger tijdens de eerste chemo wond er geen doekjes om.
Ga er maar vanuit dat je hier de volgende keer met een haarwerk zit.
Dus dat ging ik.

Na de eerste chemo was dus het grote wachten begonnen. De dagen dat ik in de grootste dip zat van de chemo heb ik heel wat tranen gelaten bij de gedachte dat ik nog een keer zo ziek ging worden en dan ook nog kaal. Dan ook nog als een 'echte' kankerpatiënt. Een vreselijk vooruitzicht leek het me.
Iedere ochtend werd ik wakker en keek op mijn kussen maar lag er tot mijn grote opluchting niks. 
Ik regelde een haarwerk en mutsjes en paste het af en toe voorzichtig voor de spiegel om alvast te wennen hoe het eruit zag.
De tweede chemo ging ik dus ook trots in, met al mijn haar. Ik voelde me sterk en opgelucht, ik had nog wat tijd gewonnen om in het openbaar niet zichtbaar ziek te zijn.
Zag ik op tv of op straat iemand met een muts/haarwerk dan kwam er even een knoop in mijn maag. Het lijkt me heel kwetsbaar als iedereen aan je kan zien dat je ziek bent.


Elke dag voel ik door mijn haar om te zien of er haar mee komt, en ongeveer een maand na de chemo is het zover. 
Ik borstel mijn haar en merk dat er ineens een stuk meer haren aanzitten en ik krijg meteen paniek. Het is begonnen, ik voel het aan alles.
Het is zaterdag 16u00 dus ik bel meteen de kapper om te zorgen dat ik na het weekend meteen terecht kan. Ik kan me nog inhouden, maar als ik beneden ben begin ik heel hard te huilen.
De dagen die volgen kijk ik uiteraard bijna iedere minuut of er steeds meer haren mee komen maar dat is niet zo. Het vreet energie en het is erg frustrerend er zo mee bezig te moeten zijn, maar ik twijfel of het wel echt begonnen is. Misschien beeld ik het me in en ik hou hoop.
Dinsdag zit ik in de stoel en de kapster bevestigd wel mijn vermoeden dat er iets begonnen is. Ze vermoed dat ik einde van de week wel bij haar in de stoel zit om het eraf te laten halen.
Op woensdag zit ik aan de tafel voor de 100ste keer mijn haar te controleren en er komen steeds meer haren mee en bedenk me dat ik hier dus geen zin in heb. Ik besluit het heft in eigen handen te nemen en een afspraak te maken voor de dag daarna zodat ik niet hoef te gaan zitten wachten tot het niet meer gaat en de hele week alleen maar bezig ben met mijn haar. Het gaat er toch af. 

Donderdagavond is het dan zover, maar de hele dag zit het me niet lekker. Wat als het toch niet echt begonnen is. Wat als ik het eraf haal en het niet nodig is. 
De artsen zeggen allemaal dat ik sowieso kaal ga worden maar ik geloof het nog niet echt. Ik kan het me gewoon niet voorstellen en het voelt niet goed om mijn haar, glanzend van gezondheid, eraf te scheren. De gedachte aan het geluid van de tondeuse doet me rillen.
Maar een minuut later met een paar haren aan mijn vingers denk ik, ik haal het eraf ik heb geen zin om mezelf nog langer te kwellen.
Laten we zeggen, het duurde heel lang tot het 17u00 was.
Ik ga in de stoel zitten en lang verhaal kort, de kapster was ook verbaasd. Er vallen inderdaad veel haren uit, maar het is niet verergert sinds dinsdag dus ze snapt dat ik er nog niet klaar voor ben. Ik besluit het niet te doen en het ook niet kort te knippen.

Weer kijk ik elke ochtend als eerste naar mijn kussen maar nog steeds ligt er niks. Langzaamaan komen er wel steeds meer haren los maar nog steeds voelt het niet goed om er iets aan te laten doen. Ik begin steeds meer te hopen dat het me bespaart blijft, het afscheren. Ik heb ontzettend geluk,denk ik, dat ik zoveel haar heb.
Net voor of na de 4e chemogift vallen er zoveel haren uit dat ik er gek van word. Ik heb letterlijk de plukken soms tussen mijn vingers. 
O-ver-al in het huis liggen haren en ik moet ze soms bij B. tussen zijn tenen halen.  
Ik bedenk me dat dit het moment zou zijn om het eraf te halen, ware het niet dat ik nu nog maar twee weken hoef door te bijten en dan ben ik ervan af.
Dacht ik. Tot de verrassing van twee extra chemo's kwam.

Met nog twee giften te gaan worden het nog 4 weken extra op mijn tanden bijten en langzaam komen de kale plekken tevoorschijn. Dat kan ook niet anders als je ziet wat er vanaf komt.  Maar nog steeds niet genoeg om de kapster weer te bellen. 
Mijn haarwerk is inmiddels drie keer opnieuw teruggestuurd en weer besteld.

En nu drie weken na de laatste chemo verlies ik nog steeds veel haren dus wie weet.
Maar voor nu ben ik niet kaal, dus mensen zeggen wel eens; je hebt in ieder geval je haar nog.
Maar ik heb mijn haar niet 'nog'. Ik heb nog maar een schijntje van mijn haar en ik moet er een precisiewerk van maken om alle plekjes te verbergen dus meestal draag ik buiten de deur een sjaaltje. 
12 weken lang ben ik bijna iedere dag bang geweest dat het zover was, dat vreet energie kan ik vertellen. 
Uiteraard begrijp ik dat helemaal kaal worden nog veel heftiger was geweest.
Echter, achter de ' je hebt je haar nog'  schuilen vele tranen, vele plukken haar, weken van onzekerheid, frustratie en verdriet. 
Maar natuurlijk ook dankbaarheid want hé, ik heb nog haar!

Reacties